nood breekt wet
Verloren verwaaide spar met opgekrulde takken
slenterend op de stoep
naalden krassend zachtjes
op de witte bladzij van ’t nieuwe jaar
de watten stilte verzacht het hels geschreeuw
van zij die ’t nog steeds moeilijk hebben
door ’t antwoord dat afwezig bleef
een kerstbal patst aan scherven
nog voor hij in de oude doos belandt
de doos die al zo vele jaren
’t geheugen is van ’t joelig feest
van kinderen die onschuldig glinsteren
in donkergrijze dagen
van hoop gekoesterd bij het vuur
dat kilheid uit de harten smelt
het deksel scheefgetrokken
door d’inhoud weg te stoppen
waarvoor wij ons beschamen
flessen leeggedronken
verschrikking weggeklonken
valse klanken uitgeschonken
verweesd verschraald
rest nog een bodem in het glas
hoe moet het dit jaar nu met ons verder
zal boosheid nu eindelijk eens smelten
en ruilen met de zon
de neen en nee
slingeren door menig mensenhart
en zal het ooit eens breken
’t is zondig ’t bloed te laten vloeien
op maagdelijk witte sneeuw
’k zie ’t rood liever glanzen
in rijzig groene spar
als teken van de hoop
van warme vreugdevuren
van ’t krieken van de dageraad
en kersen in de boom
Nik Honinckx, 10 januari 2017