“De verbeelding aan de macht! Brussel heeft meer nodig dan nultolerantie.” – Jenneke Christiaens

Tekst door Jenneke Christiaens

Brussel, Anderlecht en Kuregem in het bijzonder, en jongeren kwamen de afgelopen dagen weer in het nieuws. We hebben weer prijs: jeugddelinquentie, zware geweldcriminaliteit waarbij een agent gewond raakt, problemen van aanpak door politie en justitie, no-go zones. Enkele voorvallen geven onmiddellijk aanleiding tot het schetsen van een beeld een Amerikaanse grootstad waardig. De toon is gezet en het hek is van de dam.

Politici van diverse beleidsniveaus haastten zich om hun licht te laten schijnen op hoe we dit “probleem”, deze “probleemwijken” en deze “probleemgeneratie” beter, lees harder moeten aanpakken. De politie moet beter georganiseerd én uitgerust worden (met wapens?). Er bestaan echter geen degelijke systematische analyses of evaluaties van de huidige werking. Er wordt in allerijl het wondermiddel van het nultolerantie van stal gehaald. Er zijn echter geen bewijzen dat zero-tolerance op korte of lange termijn de veronderstelde rust of veiligheid kan waarmaken. Daarentegen kan opgemerkt worden dat zero-tolerance vooral leidt tot een sociaal klimaat van total-intolerance. En hoeft het een betoog dat juist intolerantie nefast is voor samenlevingsopbouw en voor het versterken van de sociale cohesie? Ook het snelrecht en de nightcourts worden nog eens uit de kast gehaald. Mensen sneller kunnen veroordelen om ze hopelijk effectief te straffen en als het even kan in de gevangenis te steken? Ach ja, de gevangenis zit ook al zo vol? Maar dan pleiten we toch zeker opnieuw voor de (versnelde) uitbreiding van de opsluitingscapaciteit! Wat een enge infernale benadering!

Dit alles is natuurlijk geen nieuw verhaal. Het is een klassieke figuur, een voorbeeld van wat criminologen omschrijven als “het nieuwe populisme”. Het gaat om een tunnelvisie, waardoor alle nuance, elke bredere visie, elke andere mogelijkheid om over samenlevingsproblemen na te denken, elke piste tot ontwikkeling van andere manieren om aan samenlevingsopbouw te doen, overschaduwd worden (zowel in woorden als in daden, lees budgetten!) door een overhaaste roep naar keiharde aanpak van criminaliteit. Er wordt daarbij een amalgaam gecreëerd van bepaalde groepen als “criminelen” en van bepaalde wijken als quartiers chauds. De verpersoonlijking van het kwaad: zij en wij! En dit discours maakt meer het probleem, dan dat het zelfs maar een begin van oplossing is. Dit is toch al te doorzichtig: door één specifiek probleem (delinquentie) zo centraal in de kijker te plaatsen lijkt het alsof het probleem van deze wereld (in Kuregem of in andere wijken) en de oplossing ervan eenvoudig is of zou zijn.

Het moet me, als voorzitter van de vzw Beeldenstorm actief in Kuregem en Brussel, van het hart: Kuregem of andere Brusselse wijken krijgen enkel aandacht van media of politici naar aanleiding van dit soort voorvallen en faits divers. Zelfs politici die deze wijken goed zouden moeten kennen, laten zich gaan in het spelen van politieke spelletjes, elkaar de loef af stekend en met de vinger wijzend. En dit alles op de rug van de (ook jonge) bewoners van Kuregem (en andere Brusselse wijken) en van alle sociale en culturele actoren werkzaam in deze buurten.

Ik hoor het U al zeggen: “ja, dat is weer van die softe praat”. Laat ik duidelijk zijn: verdachten van misdrijven moeten gerechtelijk kunnen worden vervolgd (volgens de regels van het spel) en een vonnis krijgen met eventueel een straf als de rechtbank daartoe oordeelt. Dat is en daarvoor staat onze rechtstaat. Daarover gaat het hier helemaal niet.

Het is toch haast te cynisch: 2010 is door de EU uitgeroepen tot het jaar van de kansarmoede … Kansarmoede heeft precies te maken met de ontplooiingsmogelijkheden van de mens – de burger- op alle levensdomeinen. Wel laten we (nog) eens stilstaan bij de leefbaarheid van de zogenaamde quartiers chauds? Hoe zit het met de kansen van jonge en oudere bewoners in Brussel? Hoe zit het met de sociale, culturele en economische kansen van die zogenaamde “verloren generatie”? Welk sociaal-economisch beleid is nodig om deze en de volgende (!) generatie een gelijkwaardige toegang tot de arbeidsmarkt en het sociale leven te verschaffen? Hoe is het weer gesteld met racisme en discriminatie in onze samenleving? Wat is de rol van de overheid en de overheidsactoren (ook politie) in dit alles? Kortom, wat is het toekomstperspectief van de Brusselse jeugd? Immers, wat is integratie anders dan zich een toekomst te kunnen toe eigenen? En dit is van belang voor één-ieder, voor elke opgroeiende en volwassen burger. Wat heeft dit met de aanpak van deze straatcriminaliteit te maken? Wel heel wat criminologisch onderzoek laat het belang en de kracht zien van precies de mogelijkheid van een toekomst, een job, een gezin of een partner een sociale context of netwerk.

Het is in de dagdagelijkse werking van vele Brusselse vzw’s, zoals Beeldenstorm, diverse sociale organisaties en comités dat grote of dure woorden, zoals kansarmoede en integratie, betekenis krijgen: in elk project, in elke activiteit van sociale economie, in elke muziek- of filmproductie, in elk creatief atelier, in elke vormingsactiviteit, in het contact met elke participant. Brussel, haar jongeren én ouderen en dit sociaal werkveld, verdienen meer dan de tunnelvisie waaraan men zich politiek bezondigt.

Brussel één grote politiezone? Een beetje verbeelding alstublieft! Het gaat er om eindelijk de dingen anders te durven benaderen en groter te zien: Brussel als een ontvoogd, grootstedelijk, politiek, economisch, sociaal en cultureel-artistiek, international en Europees, gegeven. Kunst kan de wereld niet redden … maar de verbeelding aan de macht kan dit wel: anders, creatief, met visie en durf.

Jenneke Christiaens januari 2010

geen berichten meer mogelijk